De handelingen waarvoor geen architect nodig is worden opgesomd in het besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003.

Het gaat onder meer om de volgende kleine bouwwerken, op voorwaarde dat hun oppervlakte niet meer bedraagt van 40 m², de kroonlijsthoogte beperkt is tot 3 meter en de nokhoogte tot 4,5 meter:

In de praktijk ontstond meer en meer discussie over de inhoud van het begrip “veranda”.  Is een aanbouw die niet volledig uit glas bestaat, maar een gesloten dak heeft of gedeeltelijk gesloten wanden, een veranda of niet?  Dit werd door de gemeenten niet op dezelfde manier geïnterpreteerd, waardoor in de ene gemeente een architect vereist was en in de andere niet.

De Vlaamse regering heeft hier nu een mouw aangepast door te bepalen dat de medewerking van een architect niet vereist is voor veranda’s of soortgelijke constructies, voor zover deze voor minstens 75% uit glas of een ander doorzichtig materiaal bestaan (dak- en geveloppervlakte samengeteld).

Daarnaast worden ook technische cabines toegevoegd aan de lijst van kleine bouwwerken waarvoor geen architect nodig is.  Ook als ze in metselwerk worden opgericht.

De redenering die daarachter zit is dat de inbreng van een architect daarbij minimaal en verwaarloosbaar is en dat deze cabines niet bestemd zijn voor menselijk verblijf, zodat er geen comfort- of EPB-eisen gelden.

 

Er geldt nog steeds een bijkomende voorwaarde.  Als de opgesomde bouwwerken aan een bestaand gebouw worden aangebouwd, dan mogen de bouwwerken noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van de aanpalende gebouwen wijzigen.