Potpourri II: zuurstof en ademruimte aan justitie?
TerugDoor advocate Linh Vo
Met de Potpourri II–wetgeving hervormt de Minister van Justitie Koen Geens het strafrecht en de strafvordering.
Mits belangrijke amendementen op het vlak van de rechten van verdediging werd op 7 december 2015 het wetsontwerp van de Minister in eerste lezing in de Kamer aangenomen.
Het wetsontwerp brengt aanzienlijke wijzigingen teweeg in het straf(proces)recht. Zo worden o.m. de verjaringstermijnen voor bepaalde zwaarwichtige strafbare feiten verlengd, worden wijzigingen op het vlak van de strafuitvoering doorgevoerd, wordt een procedure op “guilty plea” ingevoegd en zijn alle misdaden correctionaliseerbaar,… Ook voerde de Minister de dwingende conclusietermijnen in voor de strafrechtelijke procedure.
Tot hiertoe was het bijvoorbeeld mogelijk voor de verdediging om nog tijdens de zitting zelf, net voor de sluiting van de debatten, conclusies neer te leggen. Dit had tot gevolg dat men dit in de praktijk durfde aan te wenden als vertragingsmanoeuvre (en dus “dilatoir” te handelen). Daar een late neerlegging ervan tot gevolg had dat men genoodzaakt werd het ‘in beraad laten nemen van de zaak door de strafrechter’ te laten uitstellen.
Het Hof van Cassatie voorzag de strafrechter echter reeds van de mogelijkheid deze conclusies te weren indien deze handeling louter tot doel had de procedure te vertragen. Tenzij de rechten van verdediging geschonden zijn en het recht op een eerlijk proces miskend werd, kan het weren van de conclusies aldus in bepaalde omstandigheden verantwoord zijn. Dit leidde echter tot een juridisch steekspel met algemene rechtsbeginselen (dat evenmin bevorderlijk is voor het strafproces).
Met het nieuwe artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering bekampt de Minister o.m. deze praktijk.
Zo zullen de partijen die wensen te concluderen en nog geen besluiten hebben neergelegd op de inleidingszitting vragen om de conclusietermijnen te laten bepalen. De rechter zal deze termijnen met navolgende rechtsdag vaststellen. Conclusies die niet conform de opgelegde termijnen werden neergelegd zullen derhalve ambtshalve uit de debatten worden geweerd.
Hierbij wordt nog wel de mogelijkheid gelaten (gelijkaardig aan het burgerlijk procesrecht) om voorafgaand aan de rechtsdag nog bijkomende / nieuwe conclusietermijnen te bekomen mits akkoord van de betrokken partijen of bij de ontdekking van een nieuw en ter zake dienend stuk of feit dat de nieuwe besluiten rechtvaardigt.
Ook het Openbaar Ministerie zal gehouden worden tot deze nieuwe bepalingen.
Deze bepalingen inzake de dwingende conclusietermijnen dienen het ordentelijke verloop van het strafproces te bevorderen en geven derwijze een duidelijker beeld omtrent de duur van het strafproces. De partijen in het strafproces zijn gewaarschuwd inzake de naleving van de conclusietermijnen tijdens het strafproces.